De ongekende snelheid van technologische ontwikkelingen en maatschappelijke transities vereist dat professionals voortdurend moeten leren. Formeel leren (cursussen, trainingen) is niet voldoende om het tempo en de uitdagingen van de voortgaande digitalisering bij te houden.

Onderzoek suggereert dat informeel leren op de werkplek een waardevolle bijdrage kan leveren (bijvoorbeeld bij het zoeken naar informatie, het vragen om feedback, of het hebben van vergaderingen en overleg). Dit kan een belangrijk hulpmiddel zijn voor werknemers om zich voortdurend aan te passen en bij te dragen aan de digitale transformatie van organisaties.

‘Zo puur mogelijk’

‘Er is echter nog veel dat we niet weten over leerprocessen op de werkplek,’ zegt promovendus Nick Goossen, lid van de vakgroep Learning Data Analytics and Technology (LDT). Hij vat zijn ambitie kort en bondig samen. 'Ik wil deze leeractiviteit vastleggen, zo snel en puur mogelijk!'

Een van de eerste vragen die Nick zichzelf stelde was hoe hij reeds bestaande leertheorieën in deze specifieke context kan gebruiken. Zijn de beschreven factoren nog steeds van toepassing als we zo fundamenteel anders naar werkplek-leren kijken?

Smartphone

Bij de dagelijkse monitoring wil Nick graag specifieke technische tools gebruiken, zoals smartphone-apps. ‘Daarmee kun je al kort na de leeractiviteit echt gaan meten,’ zegt hij. ‘Of ik dat het best meteen tijdens het werkproces doe of bijvoorbeeld aan het einde van de werkdag, dat weet ik nog niet.’

Die keuze zal van invloed zijn op de soort vragenlijsten om te gebruiken alsook de volgorde van de vragen. Ook speelt de vraag: welke uitkomsten kan men wel of niet verwachten bij de verschillende lijsten? Nick: ‘Hoe dan ook, de invultijd van de vragenlijsten is beperkt. Vijf minuten is een realistische inschatting.’

Dagelijkse taken

Nick is zich ervan bewust dat niet alle werknemers in alle situaties en op elk moment proactief kunnen deelnemen aan leren op de werkplek. Ook de ondersteuning die organisaties bieden voor werkplekleren is over het algemeen laag, en is iets waar nogal wat organisaties moeite mee hebben.

‘Daarom gebruiken we onderzoeksmethoden die passen bij de fluctuaties in de processen die we bestuderen’, zegt Nick. ‘We kiezen in dit project voor ervaringssteekproefmethoden om leerervaringen tijdens de dagelijkse taken van de medewerkers vast te leggen. Hierdoor krijgen we een beter inzicht in hoe leren op de werkplek in de loop van de tijd plaatsvindt binnen een dynamische werkcontext. Zo kun je afleiden op welke momenten en in welke situaties professionele ondersteuning nodig is.’

Studenten

Nick heeft de vragenlijsten uitgebreid getest onder universiteitsstudenten. ‘Tegen de tijd dat ik echt ga testen met externe partijen, moet alles wel soepel verlopen,’ zegt hij. 'In een dergelijk nieuw onderzoeksgebied wil je niet voor verrassingen komen te staan ​​die je had kunnen voorkomen.'

Theorie en praktijk interfereren voortdurend, merkt Nick. ‘Mijn resultaten en ontwikkelde inzichten en tools zullen op hun beurt weer bijdragen aan de wetenschappelijke kennis over de black box die werkplekleren nu nog is,’ zegt hij. ‘Het maakt mijn werk als onderwijskundige des te boeiender. Ik ben heel benieuwd wat eruit komt. Maar ik houd mijn ogen op de bal: hoe kan ik bedrijven en organisaties het beste helpen, maar vooral: hoe help ik mensen op de werkvloer het beste om te gaan met de eisen van de digitale transformatie.’


Wil je iets vertellen over je achtergrond?
Ik ben 29 jaar oud. Ik heb een bachelor Psychologie en een master Onderwijskunde behaald, beide aan de Universiteit Twente waar ik nu ook werkzaam ben als promovendus.
Hoever ben je in je PhD-traject?

Waar hou je je mee bz Dit doe ik bij de faculteit Behavioural, Management and Social Sciences, meer specifiek bij de sectie Professional Learning & Technology. Momenteel zit ik in het tweede jaar van mijn PhD met nog iets meer dan twee jaar te gaan.

Initiatiefnemers: