Een sterke, professionele bekwaamheid op het gebied van intelligence is fundamenteel voor een effectievere politie en een veiligere samenleving. Als het gaat om technologische ontwikkelingen in het intelligenceveld spelen Artificial Intelligence en Big data in toenemende mate een belangrijke rol. Tegelijkertijd leidt het gebruik ervan tot de nodige maatschappelijke discussies. Daarom is het meer dan ooit van belang om de potentie en de gevaren van het gebruik van deze technieken voor intelligence te onderzoeken. Daar focust het onderzoek van lector Intelligence Ana Barros zich op.

Wat is intelligence?

Barros trapt af met een uitleg over wat intelligence eigenlijk is. Het woord ‘intelligence’ komt uit het Latijn en betekent begrip of inzicht die nodig is om verantwoord besluiten te kunnen nemen. “Als wij een voorsprong willen krijgen op criminelen, dan moeten wij eerder erachter komen wat hun bedoelingen, capaciteiten en plannen zijn, ofwel intelligence over hen opbouwen. Om uiteindelijk tot ‘goede’ intelligence te komen zijn waarnemingen nodig om te duiden. Waarnemingen resulteren in ruwe data zoals tekens, getallen, foto’s, videobeelden, geluidsfragmenten, etc. Als wij deze gegevens betekenis geven dan ontstaat daaruit informatie. Deze informatie moet ook nog geanalyseerd en geduid worden. Uiteindelijk kom je dan op intelligence: geanalyseerde informatie en kennis op grond waarvan beslissingen over de uitvoering van de politietaak kunnen worden genomen”, vertelt Barros.

Anticipatory intelligence

De toename van de complexiteit in de samenleving leidt ertoe dat de politie zich meer dan ooit bewust moet zijn van vooruitdenken en anticiperen op alle niveaus, dus van operationeel tot strategisch niveau. Barros: “Met andere woorden: er is een sterke behoefte om vanuit intelligence vooruit te denken en daarmee proactief te sturen op (de gevolgen van) interventies, zodat wij criminele organisaties een stap voor kunnen zijn én blijven, ofwel anticipatory intelligence. Het vooruitdenken en anticiperen moet zowel gebeuren bij het ontwikkelen van de juiste interventies en het monitoren van de gevolgen en indien nodig bijsturen, als bij het tijdig zien aankomen van nieuwe criminele fenomenen.”

Artificial Intelligence en Big data

In haar rede belicht Barros ook de implicaties van het gebruik van Artificial Intelligence (AI) en Big data in de politiepraktijk. Door de huidige technologische innovaties heeft iedereen makkelijk toegang tot data en de mogelijkheid heeft om deze te analyseren en zelf intelligence te creëren. Barros: “Tot voor kort lag deze capaciteit vooral bij veiligheidsinstanties. We kunnen dus spreken van een democratisering van intelligence, die ook door criminelen volop benut wordt.” De inzet van AI en Big data maakt het mogelijk om snel veel data te kunnen analyseren en de juiste informatie eruit te halen, wat veel voordelen heeft in het intelligenceproces.

Echter, omgaan met deze technologische innovaties op een verantwoordelijke manier vraagt veel kennis van gebruikers. “Onwetendheid is het grootste gevaar voor rechtmatig gebruik van deze relatief jonge technologie. Onderwijs op dit vlak is noodzakelijk. Daarom is het essentieel om meer bewustwording en begrip te creëren voor wat AI en het gebruik van data betekent. Ik wil het denkvermogen van het lectoraat inzetten om het beste uit technologie te halen om Nederland veiliger te maken, maar dan wel op een rechtvaardige manier”, zegt Barros. Uiteindelijk moeten alle inspanningen leiden tot een goed gebruik van AI en Big data, want alleen dan kunnen deze technologieën veel betekenen voor intelligence. “En als je dan vervolgens ook nog op een goede manier de burger weet te betrekken, creëer je meer capaciteit voor bijvoorbeeld het vroegtijdig detecteren van misdrijven”, besluit Barros.

Multidisciplinair samenwerken

In haar rede onderstreept Barros de noodzaak om multidisciplinair samen te werken binnen de Nationale politie en de Politieacademie (waaronder het onderwijs) maar ook met andere onderzoeksinstituten, andere veiligheidsinstanties, defensie en de burger. En hierbij bedoelt ze ook echt multidisciplinair werken. Dat is eigenlijk al een vereiste van het intelligencevak zelf, maar met de toename van de maatschappelijk complexiteit nu nog kritischer wordt. Daarom werkt Barros al intensief samen met TNO, een aantal universiteiten en veiligheidspartners, en binnenkort ook met het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering.

Na haar lectorale rede is Barros geïnstalleerd als lector door Pim Miltenburg, directeur van de Politieacademie.

Meer informatie

Initiatiefnemers: